Wie kent niet de teleurstelling als een ingezonden Ikje de achterpagina van NRC niet haalt. Voor al die afgewezen Ikjes – de Nikjes – is dit platform bedoeld. Een Nikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Het inzenden van je eigen, vanzelfsprekend uiterst briljante, Nikje gaat eenvoudig: via het formulier.
Als jouw Nikje is geplaatst, is het aan het publiek om te oordelen: terecht of onterecht afgewezen? Het aantal duimpjes omhoog of omlaag geeft de doorslag. Over deze uitslag wordt niet gecorrespondeerd.
Nieuwste Nikjes
Eindhoven Airport. Het is tijd om te boarden voor een vlucht naar Malaga. De grondsteward vraagt een vrouw het formaat van haar koffer te controleren. De vrouw wurmt haar koffer in de ‘meetmal’, maar die blijft halverwege steken. “Uw koffer is te groot, mevrouw – u moet bijbetalen", zegt de grondsteward en wijst naar een balie waar afgerekend kan worden. De man van de vrouw – strenge bril, achterover gekamd gitzwart haar en een buik die een zwangerschap van een zesling lijkt te verraden – wordt boos: “We hebben toch al betaald! En het is een Louis Vuitton van zesduizend euro!”
Bij de borrel na afloop van een bijeenkomst van de gierzwaluwwerkgroep bespreken we verschillende apps om vogels te identificeren. Merlin Bird is heel goed, vindt iedereen. Over ObsIdentify zijn de meningen verdeeld. Iemand vertelt dat ze voor de grap zichzelf wel eens door die app heeft laten identificeren. Een interessant idee, dat ik thuis gelijk uitprobeer. Ik maak een selfie, zoom nog wat in en dan gaat Obsidentify diep nadenken. Al snel komt het antwoord. De app is met 27 procent niet helemaal zeker van zijn zaak, maar schat toch in dat het hier om de odobenus rosmarus gaat, de walrus.
In de supermarkt loop ik langs een losse stelling vol met kleine plantjes. Ze zien er treurig uit, bruinig, slap. De aarde in alle potjes is kurkdroog. In doe mijn boodschappen en meld bij de kassa dat de plantjes water nodig hebben. De kassamedewerkster zegt: “Dat doen we niet.” Ik kijk haar vragend aan, ze verheldert: “We geven de planten geen water.” Maar waarom niet, vraag ik. Want nu zijn ze bijna dood. Ze zegt: “Dan gaan ze in de aanbieding.”
Mijn moeder (86) is scherp en ‘bij’, maar houdt vast aan gireren met handgeschreven overschrijfkaarten van voorheen de Postbank, die ze zelf naar de brievenbus brengt. De computer heeft geregeld moeite met haar zwierige handschrift op die overschrijfkaarten, maar dan stuurt ze gewoon een nieuwe.
Omdat ze nieuwe enveloppen nodig heeft, doorloopt ze geduldig het telefonisch keuzemenu om bij te bestellen. Dat doet ze drie keer, maar de computer begrijpt haar almaar niet.
Wat spreek je dan in, mam?
Ik zeg: ‘Enveloppen, graag’.
Misschien moet je het eens zonder dat ‘graag’ proberen.
En ja hoor, een computer kan blijkbaar niets met beleefdheden. Mijn moeder heeft hem ‘enveloppen’ toegeblaft. Ze komen eraan.
Woensdagmorgen, het is druk in het zwembad. De oudjes zijn in de meerderheid. De een dobbert in de Babbelbaan, de ander maakt meters in de baan ernaast. Na afloop wordt er gedoucht. Een vrouw spreekt een man aan die zojuist wat shampoo in zijn zwembroek heeft laten lopen. Hij trekt het elastiek wijd en spoelt het schuim weg. “Meneer”, zegt de vrouw, “wilt u uw broek optrekken?” “Hoezo”, vraagt de man, “zit ‘ie te laag?” “Ja”, zegt ze, “aan de achterkant – vinnik niet mooi”. De man: “We zijn hier niet in de moskee mevrouw en anders doet u uw ogen maar dicht”. “Of kijkt u gewoon de andere kant op”, hoor ik mezelf zeggen.