‘Ik moet onderweg kolven’, meld ik de purser als ik de blauwe Boeing binnenstap. Geen probleem, zegt hij, ik informeer de crew. Vlak achter de keuken gezeten kan ik dat gesprek woordelijk volgen. ‘Een kolvende vrouw?’, zegt zijn collega, ‘die vragen we mee met de koffieronde. Dan kunnen we verse melk aanbieden!’ O, wat een pret.
Eenmaal in de lucht ga ik naar het keukentje. Met een uitgestreken gezicht zeg ik: ‘Ik zit op stoel 10B. Dan weet u waar u mij kunt vinden. Want ik begrijp dat ik nodig ben voor de koffieronde?’ De purser kijkt eerst niet-begrijpend, wordt daarna langzaam bleek en vervolgens heel snel rood.
De rest van de vlucht heeft hij me als een koningin behandeld.

12
3